Is het toeval dat ik afgelopen weken meerdere mensen achter elkaar spreek die afscheid hebben moeten nemen van een dierbare en ‘last’ hebben van het leven dat maar gewoon moet doorgaan?
Geen idee. Maar toeval of niet, deze verschillende mensen hebben allemaal iets gemeen. En dat is de beperkte tijd die ze voelen te krijgen van hun omgeving om te mogen rouwen.
De eerste 3 maanden na het overlijden wordt er veel met ze meegeleefd. Mensen komen langs, bieden een luisterend oor, bieden praktische hulp daar waar ze kunnen. Maar dan na die 3 maanden lijkt er een ommekeer te komen. Alles lijkt weer back to business te worden.
De omgeving richt zich weer op zijn/haar eigen leven, de praktische ondersteuning valt weg….maar misschien nog wel het ergste….het luisterend oor maakt plaats voor activerende adviezen.
‘Lieverd, wordt het niet eens tijd om je leven weer op te pakken?’ ‘Ga weer lekker de kroeg in!’ ‘Ga fijn op vakantie.’ ‘In je eentje blijven rouwen gaat je niet helpen. Je man zou dat toch niet gewild hebben.’ ‘Ga weer iets doen, laat zien dat ze jou er niet onder krijgen.’
En dat terwijl het voor de persoon in kwestie nog maar net gebeurd is. Zíj misschien wel dagelijks alles de revue wil laten passeren. Híj helemaal niet door wíl zonder zijn lieve vrouw. Zíj geen kleur meer in het leven ziet sinds hij er niet meer is…
Deze verschillende personen hebben 1 ding echter gemeen: ze zijn niet klaar met rouwen, het is nog vers, het is als de dag van gisteren, ook al zijn de maanden en, soms, jaren verstreken.
Praten dat is wat ze willen. Herhaaldelijk vertellen over wat er gebeurd is, maar nog belangrijker: vertellen wie die persoon was en voor ze betekend heeft.
Zijn zij klaar met rouwen? Nee.
Maar moet dat? Of kunnen we mensen in rouw hun eigen tijd en proces gunnen?