“Als ik daar boven ben, geef ik je een teken”, zei hij. “Wel graag een helder teken, zodat ik zeker weet dat jij het bent en het geen toeval is. Dus niet in de vorm van een vlinder of zo. Gooi maar een kokosnoot voor mijn voeten neer.”
 
Dit was wat ze afsprak met een goede vriend van haar. Hij geloofde in ‘iets hierna’. Zij niet. Dus mocht er toch iets zijn, dan moest hij wel zo’n ontzettend duidelijk teken geven dat het niet te missen was dat het van hem kwam.
 
Ik vind het altijd een ingewikkelde materie. Tijdens elke uitvaart vraag ik hoe mensen denken over het stukje ‘na de dood’. Iedereen heeft er een andere mening over. De één gelooft in de hemel, de ander denkt dat we op gaan in een soort energie, en weer een ander is overtuigd van reïncarnatie.
Allerlei verschillende gedachtegangen, maar bijna altijd één overeenkomst: mensen hebben vaak met elkaar afgesproken dat ze een teken zullen geven. En mensen ‘ontvangen’ die tekens ook vaak. Ze zien een vlinder of roodborstje die steeds terugkeert in hun tuin op bepaalde belangrijke momenten, klokken of lichten die een eigen leven leiden, warme windstromen die ineens gevoeld worden.
 
Ook tijdens voorgesprekken met mensen die ziek zijn, bespreek ik dit soort dingen. Zo ook met Roos die 100% zeker wist dat zij in een andere gedaante bij ons zou blijven. Met haar naasten had ze allerlei tekens afgesproken. Ze vroeg hoe ik hierin stond. “Ik weet het niet zo goed. Ik heb zoveel dode mensen inmiddels meegemaakt, maar nog nooit een teken gekregen waardoor ik overtuigd ben, dat er nog iets of iemand bij mij in de buurt is.”
“Daar ga ik verandering in aanbrengen.”, was haar reactie. “Zeg maar wat voor teken jij wilt, zodat ik je kan overtuigen straks.” Met het verhaal van de kokosnoot nog vers in mijn geheugen, antwoordde ik: “Gooi maar een kokosnoot voor mijn voeten.”
Vervolgens voegde ze er nog aan toe: “En weet je wat zo mooi is aan het krijgen van zo’n teken? Dat het je blij maakt en je weer eventjes met je gedachte bij die persoon bent.”
 
Drie weken na haar overlijden sta ik in de supermarkt op de groenteafdeling. Terwijl ik de spullen pak die ik nodig heb, zie ik vanuit mijn ooghoeken een bak vol met kokosnoten liggen. Nooit eerder waren ze me opgevallen. Ik denk meteen aan Roos. Ik ga voor de bak staan en wacht even. Helaas valt er geen op de grond.
 
Ook alle andere keren als ik daar langs loop, valt er geen kokosnoot. Wél sta ik bij het zien van een kokosnoot altijd even stil bij Roos en vormt zich een glimlach op mijn gezicht.
 
Zal dat misschien het teken zijn?