Waar mensen werken, worden fouten gemaakt. Kleine, grote, pijnlijke en grappige fouten.
Of je nou een hersenchirurg, een kassamedewerker of een uitvaartbegeleider bent, niemand is foutloos.
En natuurlijk hopen we allemaal dat het ons niet overkomt.
Maar dat is een utopie. Overal gebeurt het. Zo ook bij mij.
Gelukkig zijn het met name foutjes die door familie of gasten niet opgemerkt worden, maar waar ik vooral zelf de dupe van ben.
Maar heel soms is het iets wat helaas niet onopgemerkt blijft.
Laatst had ik een gesprek met de zoon, een uroloog, van een overledene over dit onderwerp. Hij vertelde over een misser vanuit zijn functie met uiteindelijk toch een verassende wending. Hij vroeg naar de mijne.
Gelukkig duurde het even voordat ik een situatie kon bedenken, want (even afkloppen) echte missers heb ik nog niet gemaakt.
Maar kon me wel één hele vervelende situatie bedenken.
Ik had een uitvaart met een gezelschap van ongeveer tien personen.
Een klein en intiem samenzijn onder het genot van een lunch. De overledene hield erg van kaarsen, dus die moesten volop branden.
Overal stonden schalen vol met verschillende kaarsen. Zo ook eentje met allemaal waxinelichtjes. Prachtig gezicht!
Wat ik toen alleen nog niet wist, en nu gelukkig wel, is dat heel veel waxinelichtjes te dicht bij elkaar heel gevaarlijk zijn. Terwijl iedereen aan de lunch zat, met elkaar in gesprek was, gebeurde het: de hele schaal vatte ineens vlam, alle losse kaarsjes veranderde in één grote vuurzee.
Binnen enkele seconde galmde het brandalarm door de ruimte.
De medewerker van het crematorium en ik schrokken ons rot, maar de familie vond het hilarisch!
“Een vervroegde crematie”, gierde de kleinzoon het uit. Maar in de grote zaal was ook een uitvaart bezig. Gelukkig hadden we het snel onder controle en kon het alarm afgezet en de uitvaarten hervat worden.
Vreselijk vond ik het!
Nadat beide uitvaarten afgelopen waren ging ik met het schaamrood op mijn kaken naar de uitvaartbegeleider van die andere uitvaart om de balans van de emotionele schade op te nemen.
Maar voordat ik iets kon zeggen zei hij; “wauw, dat was echt een perfecte onderbreking, beter had niet gekund!”
Wat bleek; de overledene was altijd heel actief geweest bij de vrijwillige brandweer en op het moment suprême stonden net zijn oud brandweercollega’s anekdotes op te halen.
Pfff… hier ben ik met de schrik vrij gekomen, maar voor mij nóóit meer waxinelichtjes op één schaal.