Waarschijnlijk kennen jullie allemaal wel van die verhalen over families waar van alles in speelt en wat dan rond de uitvaart ineens tot echt gedoe leidt.
Je hoort mensen wel eens zeggen; ‘Ik wist dat het ooit mis zou gaan, maar waarom nou net nu?’. Nou, daar is vrij makkelijk een antwoord op te geven. Je ziet elkaar vaak alleen nog op momenten waarin geen ingewikkelde beslissingen genomen hoeven te worden, waardoor je een beetje om de hete brei heen kunt bewegen. Maar helaas lukt dat bij een uitvaart niet. Dan moeten er keuzes gemaakt worden, terwijl je ook nog eens op de toppen van je emoties loopt.
Dus op de vraag; ‘Waarom nu?’, is er maar één passend antwoord: ‘Juist nu!’.
Als er familieperikelen spelen, wordt dit natuurlijk niet altijd meteen aan mij verteld en terecht, want waarom zouden ze dat aan mij verplicht zijn? Mensen willen namelijk helemaal niet hun vuile was buiten hangen en hopen dat als het er niet over gaat, dat het er ook niet is.
Maar helaas…
Er moeten zoveel beslissingen genomen worden, waarbij ‘het’ altijd voelbaar is. Alsof het als een soort groen monster achter de deur klaar staat om ineens binnen te stormen. Je ziet zo’n deur steeds een beetje verder opengaan, totdat het niet meer tegen te houden is en het monster open en bloot op tafel springt.
Op welk moment het groene monster de overhand krijgt, is per familie verschillend. Maar ik kan me nog goed herinneren dat ik een jaar of zeven geleden bij een familie aan tafel zat. We waren bezig met de rouwkaart. Met veel aandacht en liefde werd deze vormgegeven. Het was al snel duidelijk welke foto erop moest en welke tekst ze bovenaan de kaart wilden. Ook lag er al een gedicht klaar die oma ooit zelf uitgekozen had voor dit moment. Tot zover geen vuiltje aan de lucht.
Maar toen kwam het: de namenrij! Eén van de kleinkinderen had een vriendinnetje dat totaal niet goed in de familie lag. Maar ja, de verkering hield al wel ruim 4 jaar stand. Wat begon met een lichte discussie, eindigde in een flinke ruzie. Het monster dat alsmaar door een kiertje had staan meegluren, gooide de deur nu met een harde klap open. Opgekropte woede, ingehouden oordelen; alles kwam eruit!
Ik zal jullie verder niet al te veel vermoeien met hoe het er verder aan toe ging, maar ik kan je vertellen dat dit ongewild een behoorlijke stempel drukte op iedereen. Na veel wikken en wegen werd er toch voor gekozen om haar naam wel op de kaart te zetten. Want zoals één van de andere kleinkinderen zei; ‘Of je haar nou wel of niet mag, ze is op dit moment onderdeel van de familie en het zou geschiedvervalsing zijn als zij er niet op stond.’.
Drie maanden na de uitvaart gaat mijn telefoon. Ik herken het nummer. Het is de betreffende kleinzoon van het gezin. Er zal toch niet weer iemand overleden zijn? ‘Hé Lot’, hoor ik aan de andere kant. Ik groet hem terug en zonder enige inleiding zegt hij met een lach in zijn stem; ‘Ik ga tóch voor geschiedvervalsing, ik heb het uitgemaakt. Kun je 15 nieuwe kaarten voor ons drukken zonder haar naam?’.