Iedereen kent wel van die momenten waarop je ziet dat iets niet goed gaat en je niets anders kan doen dan afwachten en uit wanhoop toevlucht zoeken tot schietgebedjes.

Kan jij je zo’n moment herinneren?
De mijne weet ik nog precies.

 

Voordat ik met Loteringen uitvaart begon, heb ik bij diverse uitvaartbedrijven stage gelopen. Eén van deze bedrijven had tevens het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen onder zijn hoede.
Het was een drukke week. De medewerkers rende van hort naar her om het allemaal rond te krijgen. Met hangen en wurgen lukte dat, behalve op mijn zesde dag. Hier kwamen ze letterlijk iemand tekort.
Al snel keken ze mij aan. Zou ik willen inspingen?
Ik hoefde me geen zorgen te maken. Het enige dat ik hoefde te doen was de rouwstoet opvangen, de kist laten plaatsen door de dragers en op het teken van de uitvaartverzorger op de knop drukken, zodat de kist kon dalen. Appeltje-eitje.
 
Kon er echt niets mis gaan? Nee joh, echt niet.
Nou ja, theoretisch gezien kon de grafbedekking een kink in de kabel opleveren.
Grafbedekking? Ik zal het uitleggen. Soms vindt men het te confronterend, of gewoon niet mooi, om het diepe gat te zien. Er wordt dan grafbedekking over het gat gelegd, dennentakken. Op deze manier is het gat niet zichtbaar. Als de kist daalt, buigen de takken naar beneden en als de kist er doorheen is, klappen ze weer terug en zie je de kist niet meer.
Maar waarom zou dit een probleem kunnen opleveren? Heel simpel: de ene tak kan dikker zijn dan de ander, dus sneller doorbuigen en hierdoor kan de kist kantelen.
‘Maar’, zo stelde mijn begeleider mij gerust, ‘in de 40 jaar dat ik dit werk doe, heb ik dat nog maar één keer meegemaakt. En mocht het gebeuren, niet stoppen, gewoon doorgaan, anders gaat het echt mis.’
 
Daar sta ik dan op de betreffende dag bij de ingang van de begraafplaats. Het is 30 graden, bloedheet. De stoet komt er aan. We lopen naar het graf, de dragers plaatsen de kist, de uitvaartverzorger spreekt nog enkele woorden en geeft mij dan het seintje de kist te laten dalen. En dan gebeurt het, de linker takken beginnen al te buigen, terwijl de rechterkant nog geen beweging laat zien. De kist begint te kantelen!
Mijn eerste neiging is om te stoppen, maar de woorden van mijn begeleider galmen door mijn hoofd: ‘als het gebeurt, niet stoppen, gewoon doorgaan!’
Ik hoor de uitvaartverzorger schrikken.
Het zweet gutst over mijn rug, mijn ademhaling gaat sneller en mijn hart bonst keihard. Maar ik hou vol…en net op het moment dat ik echt denk dat het mis gaat, buigt ook de rechterkant door.
 
Pffff, nou statistisch gezien maak ik dit de volgende 40 jaar dus niet meer mee.