Regelmatig krijg ik de vraag van families tijdens het regelen van een uitvaart hoe bepaalde dingen eigenlijk horen of gebruikelijk zijn. Mijn standaard antwoord is dan: ‘niets hoort en niets is gebruikelijk. Het enige dat belangrijk is, is wat jullie willen’.

‘Dat klinkt mooi’, hoor ik dan vaak terug, ‘maar er zijn toch zeker wel regels waar we aan gebonden zijn?’
 
Inderdaad, er is een aantal vaste regels  (uitzonderingen daargelaten):
1. Een overledene moet tussen minimaal 36 uur en maximaal 6 werkdagen begraven of gecremeerd worden;
2. Op een daarvoor aangewezen locatie;
3. Het rouwvervoer van een overledene moet gebeuren met een bedekt lichaam;
4. Er moet aangifte van overlijden gedaan worden bij de gemeente in de plaats van overlijden.
 
Maar de allerbelangrijkste regel is:
Het moet gaan zoals de overledene en familie graag willen!

 

En dan kan ineens bijna alles.
Zo kan ik me nog herinneren dat ik de uitvaart deed van een man die zijn hele leven boer is geweest. We spraken met de familie over de condoleance. Waar en hoe zouden we die vorm geven.
Zijn kleinzoon zei; ‘opa hoort tussen de koeien!’
Dus zo gezegd, zo gedaan!
 
Op de dag van de condoleance hebben we de voergang van de koeien in de ligboxenstal leeggemaakt. En opa in zijn kist aan het einde van de stal, tussen zijn koeien, neergezet, met zijn klompen naast hem.
Niets geen condoleance in een afgehuurde ruimte of binnen in huis, maar gewoon helemaal op zijn eigen plek. Dé plek waar hij zijn hele leven lang elke dag te vinden was.

 

De geur van verse mest en het geluid van loeiende koeien is wat er was, en waar de mensen mee naar huis gingen…

 

En dát is hoe het ‘Heurt’!