Terwijl ik met haar oma en moeder in gesprek ben om de laatste puntjes op de i te zetten voor de uitvaart, zit zij naast haar oom op de bank en hoor ik haar fluisterend vragen stellen.

Ze kijkt afwisselend van mij naar haar opa die opgebaard ligt in de huiskamer.
 
Ik probeer hun gesprek een klein beetje te volgen. Niet omdat ik nieuwsgierig ben en graag andermans gesprek afluister, maar omdat ik dit signaal herken.
Uit ervaring weet ik dat wanneer kinderen in deze situatie fluisterend tegen een volwassene gaan praten, dat ze eigenlijk een vraag voor mij hebben, maar niet zo goed weten hoe ze die moeten stellen.
 
‘Vraag het maar aan Lot’, hoor ik haar oom zeggen. Mijn voorgevoel klopt dus.
‘Is dat niet een gekke vraag?’, zegt ze tegen haar oom. ‘Er zijn geen gekke vragen’, zeg ik, ‘je kunt mij alles vragen, daar ben ik juist voor’.
 
Ze is benieuwd hoe opa voelt. Is het nog hetzelfde als toen hij leefde of is het heel anders? Allerlei vragen die kinderen vaak hebben. Ze vinden het net te spannend om zelf op onderzoek uit te gaan, maar willen het wel graag weten.
 
En dus doe ik wat ik in dit soort situaties altijd doe; ik loop naar haar opa toe, leg mijn hand op zijn koude hand en begin tegen haar te praten en vertel wat ik voel. Gewoon heel rustig en feitelijk. Als vanzelf komt ze dichterbij en staan we samen naast het bed. Ze wil graag weten of hij koud voelt en of het eng is. Ik vraag haar of ze hem aan wil raken. Ik zie dat ze twijfelt. Eigenlijk wil ze wel, maar de angst voor het onbekende houdt haar tegen.
 
‘Leg je hand maar op de mijne’, zeg ik tegen haar. Voorzichtig doet ze het. Als we zo even staan, vraag ik haar of ze het durft om met de bescherming van mijn hand ertussen één vinger van mijn hand af te laten gaan en op de zijne te leggen. Ze kijkt me aan, het lijkt of ze even een soort extra bevestiging zoekt. ‘Alleen als je het zelf wil, anders houden we het hierbij.’ Langzaam gaat haar vinger omhoog en legt ze hem naast de mijne op de hand van haar opa. Weer kijkt ze me aan, maar nu zonder twijfel. Een tweede vinger beweegt zich van mijn hand naar de zijne en langzaam haal ik de mijne er tussen uit. Heel rustig, stapje voor stapje. En dan staat zij daar, met heel haar hand op die van haar opa. Geen enkele angst meer in haar ogen.
 
En in plaats van dat ík haar vertel hoe hij voelt…vertelt zij dat nu aan haar familie…die vol trots toe kijkt.