‘Ik hoef haar niet meer te zien, ik herinner haar liever zoals ze was.’

 
Elke uitvaart hoor ik iemand binnen de familie of vriendenkring dit wel een keer zeggen.
En elke keer rijst bij mij dan de vraag: ‘hoe ziet die vrouw eruit die jij je wilt herinneren?’
Was ze in die laatste dagen nog zoals ze daarvoor was?

 
Of was het een vrouw geworden die veel pijn had, die uitgeput was, die genoeg had van haar ziekte of ouderdom, die helemaal genoeg had van de chemo, degene die boos was, degene die bang was, degene die flink heeft moeten inleveren, degenen die verkrampt was?
Degene die net na overlijden daar lag met haar mond en ogen nog deels open?

 
Was ze werkelijk nog de vrouw die je van vóór de ziekte kende of van voor de slopende ouderdom?

 
Iedereen moet precies doen wat goed voelt na het overlijden van een dierbare. Voor de één is dat heel dichtbij blijven, voor de ander is dat afstand nemen. En beide zijn goed, als je daar bewust voor kiest. Want de keuzes die je in de week van de uitvaart maakt, zijn later helaas niet meer te wijzigen.

 
Maar ‘kiest’ iedereen bewust? Of wordt de ‘keuze’ ingegeven door negatieve ervaringen uit het verleden van jezelf of, veelal, van anderen?

 
Natuurlijk hoef je je dierbare niet meer te zien als diegene overleden is, maar bedenk goed dat vaak het laatste beeld dat je van iemand hebt, niet het meest prettige beeld van iemand is. Heel vaak realiseren mensen zich niet dat iemand na overlijden rust krijgt in het gezicht. De verkramping, de spanning, de rimpels trekken vaak weg. Het lijkt letterlijk of iemand tot rust is gekomen.*

 
Tijdens één van de uitvaarten hoorde ik een dochter, die haar moeder eerst niet meer wilde zien, zeggen:
‘ik ben blij dat ik gekeken heb…….ma is weer wie ze was.’

 
 
 
* Vanzelfsprekend geldt dat niet voor iedere overledene, maar je uitvaartbegeleider kan je objectief vertellen of dat wel of niet aan de orde is.
Ik spreek hier vooral over de eerste dag na overlijden, nadat er verzorgd en gekleed is.