‘Lieve Sem,
Wat een vreselijke tijd is dit hè schat, ik moet heel veel aan jullie denken. Je hebt het zo goed gedaan de afgelopen tijd, ook bij de uitvaart. Je bent zo lief voor mama en Amber, je kunt echt zien dat jij al een grote vent bent, de man in huis. Mama mag maar blij zijn met jou.
Ik ben super trots op je.
Dikke kus van tante Lies’

 
Minte, de moeder van Sem zit aan de eettafel met haar hoofd in haar handen. Ze is ten einde raad. Ze weet het allemaal even niet meer.
Het overlijden van Bart was zo plotseling. Haar hele wereld is op zijn kop gezet, maar toch hebben ze het met zijn drietjes heel goed gedaan. De kinderen hebben binnen hun verdriet goed afscheid genomen en ze konden er over praten. Maar nu heeft ze het gevoel Sem kwijt te raken. Waar hij in het begin zijn verdriet liet zien, graag wilde knuffelen, met vriendjes speelde, is hij opeens veranderd in een gesloten kind. Hij gaat niet meer spelen, wil vooral thuis zijn, bemoeit zich continue met zijn zusje en leest Minte zelfs de les.
Minte hoopte dat het een fase zou zijn en het vanzelf wel over zou gaan, maar het lijkt alleen maar erger te worden. Ze heeft het gevoel dat ze geen grip meer op hem heeft en het langzaam tussen haar vingers doorglipt.
Nu is het echt tot een escalatie gekomen. Ze is ontzettend boos geworden op Sem en heeft hem schreeuwend naar boven gestuurd.
Huilend en stampvoetend is hij naar zijn kamer gegaan.
 
Als Minte weer een klein beetje tot rust is gekomen, staat ze op en loopt naar boven. Ze opent zijn deur en ziet een klein hoopje ongeluk op bed liggen snikken. Minte breekt, tranen vullen haar ogen. Ze loopt naar binnen, gaat naast hem liggen en pakt hem stevig vast. Sem draait zich om en kruipt dieper weg in haar armen. Minte aait door zijn haar. Zijn ademhaling wordt rustiger en hij valt in slaap. ‘Ach jochie, wat gaat er toch allemaal in je hoofd om’, fluistert Minte.
Terwijl ze daar ligt met haar kleine mannetje in haar armen, ziet ze de kaart van tante Lies naast zijn bed staan. Haar oog valt op één specifieke zin;
‘Je kunt echt zien dat jij al een grote vent bent, de man in huis.’
 
Dan valt alles op zijn plaats. Ze pakt hem nog steviger vast en fluistert in zijn oor: ‘blijf jij maar lekker mijn Sem. Die man in huis, die word ik wel.’