Het is 15.00 uur als mijn telefoon gaat. Er is een meneer van achtentachtig jaar overleden, of ik ze bij wil staan bij de uitvaart. Natuurlijk wil ik dat.
Gelukkig, niet weer een heel jong mens, is het eerste wat ik denk nadat ik ophang. De afgelopen uitvaarten waren jonge mensen en dat hakt er toch best wel in. Natuurlijk heel verdrietig voor de familie dat deze meneer is overleden, maar dit is wel een mooie leeftijd, dat maakt het verlies iets dragelijker.
Als ik aankom bij de familie doet zijn dochter de deur open en laat me binnen. Eenmaal binnen zie ik meneer op bed liggen. Naast hem zit zijn vrouw. Ze heeft zijn hand vast. 2 identieke handen getekend door rimpels, met dát verschil dat er bij de één nog bloed door de aderen stroomt, waar bij de ander elk leven weg is.
Ik geef mevrouw een hand en vertel wie ik ben en wat ik kom doen.
Tegen de avond vertrek ik weer. Meneer ligt nu op een bed beneden in de kamer. Gewassen en mooi aangekleed in zijn lievelingstrui. De crematie is gepland en daar laten we het nu even bij. Morgen gaan we verder.
Mevrouw zit nog steeds bij hem. Heeft zijn hand weer in de hare genomen.
De volgende morgen ben ik er tegen 9.30 uur. De dochter komt ook net aanrijden. We begroeten elkaar en samen lopen we naar binnen. Als we binnen zijn, zie ik mevrouw alweer naast haar man zitten. Handen in elkaar gevouwen, precies zoals ik ze gisteren achterliet. Dochter geeft mevrouw een zoen en vraagt of ze goed geslapen heeft.
Ze mompelt iets wat lijkt op “ja”.
Ik kijk nog eens goed naar mevrouw. De plek waar ze zit, de manier waarop hun handen in elkaar verstrengeld zijn, haar haar en kleren, haar intens vermoeide gezicht. En realiseer me dan dat ze helemaal niet naar bed is geweest, maar de hele nacht naast hem heeft gezeten.
Later die ochtend, als we even met zijn tweeën zijn, vraag ik haar er naar.
Ze kijkt me aan, begint zachtjes wat te huilen en zegt dan: “ik heb zesenzestig jaar elke nacht naast hem gelegen.Ik kon hem nu toch niet alleen laten?”
Ik voel een steek in mijn hart, én ik realiseer me dat leeftijd van degene die overlijdt, niets zegt over het verdriet dat er is bij degene die achterblijft…