‘En wat gaat er dan allemaal precies gebeuren met mijn lichaam als ik dood ben?’. Ik zit voor de derde keer bij Margreet op de bank. Ze heeft kanker en ervoor gekozen om het leven te beëindigen middels euthanasie. De datum is inmiddels ook gepland, morgen. Gisteren belde ze me of ik kans zag nog even een laatste keer langs te komen om de laatste puntjes op de i te zetten. En zo zit ik nu bij haar. Als je haar lichaam niet zou zien, maar haar alleen zou horen praten, zou je niet kunnen geloven dat deze vrouw zo ontzettend ziek is. Ze voert het hoogste woord en zit vol grapjes. Ik geef antwoord op haar vraag over wat er met haar lichaam gebeurt als ze dood is. Ze wil echt álles weten. Haar partner Irene vindt het wel genoeg. Met een lach op haar gezicht staat ze op, ‘Ik zet nog even een kopje thee, deze details hoeven voor mij niet zo nodig’.

Dan wil Margreet graag weten wat we bij de laatste verzorging doen. Ook dit vertel ik haar. Vooral over het stukje van haar mond reinigen, raakt ze niet uitgevraagd. ‘Dus mijn mond wordt gereinigd met alcohol?’. ‘Ja, dat klopt’, vertel ik haar. ‘Je mond zit vol met bacteriën, dus die proberen we zoveel als mogelijk uit te schakelen’. Dit onderwerp spreekt haar zichtbaar aan. Voor de grap voeg ik toe, ‘ik kan je ook na het reinigen een slokje alcohol geven’. Direct verschijnt er een grijns op haar gezicht. ‘Maakt het uit wat voor alcohol het is?’, vraagt ze met een lach.

Nog voordat ik antwoord heb kunnen geven, komt Irene de huiskamer binnen met een verse pot thee.

We praten nog wat verder en dan neem ik afscheid. We hebben nu echt alles besproken. Ik wens ze nog mooie momenten samen en hoop dat morgen alles rondom de euthanasie rustig verloopt. Aan de handdruk die daarop volgt, wordt het pijnlijk voelbaar dat alle kracht uit deze vrouw weg is. Dit lichaam is echt meer dan op.

De volgende dag arriveer ik weer op het adres. Haar partner, Irene, doet open en samen lopen we naar de kamer waar ze op bed ligt. We staan even te praten over hoe alles gegaan is. Als Irene er klaar voor is, pak ik al mijn spullen en starten we samen met de verzorging. Ineens draait ze zich om en verlaat de kamer. Een paar minuten later komt ze weer terug. Een beetje zenuwachtig kijkt ze me aan en haalt dan iets achter haar rug vandaan. Het is een fles Whisky. ‘Ik moest beloven deze aan jou te geven, jij zou er wel raad mee weten’.

Ik voel een grote glimlach opkomen.

‘Zeker’, zeg ik.
En zo krijgt Margreet onder toeziend oog van haar lieve vrouw, haar allerlaatste slokje Whisky.

‘Proost, Margreet!’